Vroeger maakte mijn moeder wel eens ‘lui-wiever-soep’. Dat is een pannetje soep gemaakt met water, een bouillonblokje en een handje vermicelli. Deze groentensoep is bijna evenveel moeite 🙂
Je zet de soepmaker klaar, giet een scheutje olijfolie erin, en doet daarna een klein zakje fijne soepgroenten, water en een rundvleesbouillonblokje erbij. Deksel op de soepmaker en aanzetten op standje ‘chunky’. Op die manier wordt de blender maar amper gebruikt en hou je dus nog stukjes herkenbare groenten over.
Je kunt nu wat anders gaan doen want na 18 minuten is je groentensoepje al klaar! Maar ik vind het lekker om door heldere soepen nog wat vermicelli en soepballetjes te doen. Die kan ik niet meteen in de soepmaker doen want dan koken ze kapot. Dus als de soepmaker piept, dan doe ik er nog een klein blikje soepballetjes bij en een handje of 2 vermicelli. De hitte van de soep zou voldoende moeten zijn om de vermicelli gaar en de balletjes warm te krijgen. Maar meestal zet ik de soepmaker nog even op standje ‘compote’. Dan verwarmt de soepmaker alleen maar en wordt de blender helemaal niet gebruikt.
En tadaaa.. binnen 30 minuten een lekker soepje voor bij de lunch. Of als voorgerecht… of als je gewoon zin hebt in soep.
Bovenstaande werkt trouwens ook prima voor kippensoep. Vervang het rundvleesbouillonblokje door een kippenbouillonblokje en de soepballetjes door stukjes kip (die bijvoorbeeld over was van de dag ervoor).