Dit keer een recept van een stevige, zoete maar ook pittige soep. Heerlijk voor de winterdagen : Wortelsoep!
De ingredienten voor de soep zijn makkelijk: 400 gram winterwortel, 2 flinke aardappels, 1 middelgrote ui, 1 groentenbouillonblokje, 2 theelepels kerriepoeder en een flinke scheut (ik gok zo’n 50 ml) kookroom.
Snij de aardappels, wortel en ui in blokjes van ongeveer 2×2 centimeter (dat komt niet zo nauw), doe alles (behalve de kookroom) in de soepmaker en vul het aan met water tot aan het maximum streepje. Zet de soepmaker op ‘gladde soep’ en 18 minuten later is de soep klaar. Doe dan de kookroom erbij en laat het geheel nog even mixen.
De aardappel zorgt ervoor dat de soep gaat binden en daardoor lekker dik wordt (de lepel kon er bijna rechtop in blijven staan). Vind je dat te dik, dan kun je op het einde nog wat water toevoegen (of in het begin minder aardappel gebruiken).
De kerrie maakt dat er een pittige smaak in komt wat natuurlijk fijn is in deze koude wintermaanden en de winterwortel geeft dan weer de zoetigheid.
Ik kon hiermee 3 flinke porties soep maken waarvan ik 1 portie meteen opgegeten heb (nouja.. meteen… ik moest nog wel even goed blazen, want de soep is ook behoorlijk warm!). De andere porties heb ik in bakjes gedaan waarvan er 1 in de koelkast is gegaan voor mijn lunch morgen. De andere portie staat in de diepvries zodat ik volgende week ook nog een keer wortelsoep kan eten.
Ik ben er inmiddels achter dat ik het liefst gebonden soepen eet. Omdat ik minder zout in de soep doe is een heldere soep vaak toch wat flauw van smaak. Maar met een gebonden soep is de hele soep vol van de smaak van de groenten die ik erin gedaan heb. Bijkomend voordeel : ik eet ook nog eens veel meer groenten per dag. Win-Win!