Sinds ik ontdekte dat ik een nierziekte heb, heb ik een heleboel geleerd.
Een ervan is dat ik tegenwoordig mijn eigen bloed kan zien zonder draaierig te worden.
Ik kon al altijd programma’s op TV kijken zoals Ingang Oost en Het ziekenhuis. Het maakte me niet uit als er hevige bloedende mensen binnenkwamen, want het was op TV. Ik voel daar niks van en ik vind het ook eigenlijk best interessant om te zien hoe je mensen ‘repareert’.
Maar toen ik aan de dialyse kwam bleek dat ik toch niet zo goed tegen mijn eigen bloed kon. Het wordt nu nog via een katheter in mijn nek uit mijn lijf gepompt (en terug) en de lijnen waar mijn bloed dan doorheen loopt zijn natuurlijk warm. De eerste keer dat ik dit voelde, draaide de hele kamer rond en was ik blij dat ik in mijn ziekenhuis bed lag! Inmiddels kan ik er gelukkig veel beter tegen.
Wat ik ook geleerd heb is welke bloedwaardes binnen de grenzen zijn en welke te hoog/laag zijn. Waardes als kreatinine, ureum, kalium, calcium, hemoglobine en fosfaat. Ze worden nu geregeld gemeten en ik hou een grafiekje bij om te zien of de waardes omhoog of omlaag gaan. Reuze interessant als je zo’n grafiekenfreak bent als ik 🙂
Een van de eerste dagen dat ik dialyse had, kwam ook de dietiste even langs. Met een nierziekte ben je namelijk ook gebonden aan een dieet, al is het bij mij gelukkig nog niet enorm moeilijk. Ik mag nog maximaal 6 gram zout per dag (dat is best een uitdaging) en moet verder 80 tot 95 gram eiwit per dag eten, 20 tot 24 gram vezels en 3 tot 4 gram kalium. Het komt er eigenlijk op neer dat ik veel melkproducten, vlees, ei en noten moet eten voor mijn eiwitten en een gezonde portie groenten en fruit voor mijn kalium. En daarbij in de gaten houden dat ik dat zo zoutarm doe.
Het ging nog een paar keer mis in het begin, maar inmiddels heb ik een goed idee wat wel en niet goed voor me is.
Straks als ik mijn eigen shunt heb dan wil ik thuis gaan dialyseren. En dus zal ik dan ook moeten leren om mezelf te prikken. Dat zal een hele overwinning zijn als ik dat kan!