Gisteren zijn we naar Kamp Vught geweest.
Op de een of andere manier vond ik het niet heel indrukwekkend. Misschien omdat het museum maar heel klein is. Er staat een nagebouwde barak maar omdat het nagebouwd is geeft het mij een heel ander gevoel.
Het monument voor de omgekomen (vooral joodse) kinderen staat een beetje weggestopt.
En het crematorium van het kamp ziet er op de een of andere manier gemaakt uit. Nu was Kamp Vught geen vernietigingskamp tijdens de wereldoorlog dus waarschijnlijk is het crematorium minder gebruikt.
Wat vooral opvalt is de enorme muur langs het museum: de muur van de gevangenis die daar na de oorlog gebouwt is. Het is een raar idee: je loopt door een museum omringd door betonnen palen en prikkeldraad waarbij je beseft dat de gruweldaden van de wereldoorlog nooit meer mogen gebeuren. Maar dan zie je de metershoge betonnen muur waarvan je weet dat er nu nog mensen opgesloten zitten.
Eenmaal buiten het museum zijn we naar de fusilladeplaats gewandeld. Hier wordt nog jaarlijks een herdenking gehouden op 4 mei.
Tot slot zijn we naar Barak 1B gegaan. Hier kwam ik er pas achter dat het oorspronkelijke concentratiekamp veel groter is geweest dan waar nu het museum is. Jaren na de oorlog is een deel van het kamp omgebouwd om molukse militairen en hun gezin te huisvesten. Een ander deel van het kamp is nog steeds in gebruik als kazerne en zoals gezegd heeft de gevangenis ook een groot deel van het gebied opgeslokt.
Daarom vond ik het museum niet indrukwekkend! Je ziet niet meer hoe groot het kamp is geweest!