[Deze blogs zijn in januari 2017 toegevoegd aan Ingcrediblog. Het zijn de teksten die we toendertijd op onze HIO2Oz weblog plaatsten toen we met de vriendengroep naar Australie zijn gegaan] De reis naar Philip Island verloopt voorspoedig. Onderweg zien we erg veel motorrijders.
Niet zo vreemd, want de wegen zijn beter als in het noorden. Ook zijn er genoeg tankstations, zodat je niet zonder benzine komt te staan, want dat is natuurlijk erg dom. Ook lezen we even de Lonely Planet door, om te zien wat we gaan doen. We hebben 1 dag op Philip Island en er blijkt genoeg te doen te zijn: een Koala Centrum, Churchill Island en een Pinguïn Parade. Ook staat er in de Lonely Planet dat er 3 dagen per jaar motorraces worden gehouden. Er werd nog gegrapt dat het wel toevallig zou zijn als dat in ons weekend zou vallen.
Jullie raden het al: het weekend dat wij er waren, waren ook de motorraces op Philip Island. Dat merkten we ook meteen in de prijs van de camping. We waren maar liefst 225 dollar kwijt voor 2 nachten. Normaal kost een camping 20-50 dollar per nacht. Toch besluiten we te blijven, want anders zouden we ons reisschema wel enorm moeten omgooien.
De volgende dag beginnen we met een bezoekje aan het visitor centrum. We worden te woord gestaan door ‘der Gunter’, een ex-duitser, en dat was nog goed te horen aan zijn accent. En hij dacht notabene dat wij uit Amerika kwamen… Bij Gunter kopen wij een dagpas voor de belangrijkste attracties op het eiland.
We gaan direct door naar het Koala centrum. Dit bestaat uit een Eucalyptus bos (want Koala’s eten uitsluitend eucalyptus bladeren) en een boardwalk waarmee je hoog tussen de bomen loopt en dicht bij de Koala’s kunt komen. Dit wil nog niet zeggen dat de Koala’s makkelijk te vinden zijn. Op een dag slapen ze namelijk 20 uur en de rest van de dag eten ze en bewegen ze erg langzaam. Het zijn net wel ambtenaren. Gelukkig staan er bordjes bij de bomen waar de Koala’s zitten. Na de boardwalk lopen we door de rest van het bos waar we zelf naar Koala’s moeten zoeken. Frank blijkt de opper-Koala-zoeker te zijn.
Na het Koala centrum rijden we naar Churchill Island. Hier staat een ruim 150 jaar oud huis waar we een rondleiding krijgen van vadertje tijd. Het is een leuk huis, waar ontzettend veel oude zooi verzameld is, zoals een boterkarner, wasbord en graanmaler. Ingrid en Hilde blijken veel van de antieke gebruiksvoorwerpen te kennen. Frank, Felix en Ingmar komen uit het meer ontwikkelde Brabant en kennen de meeste dingen niet.
Na de lunch gaan we uitbuiken met een wandeling langs de kust. Er wordt erg spectaculair gesurft en de wandeling is erg mooi. De dag wordt beëindigd met een bezoek aan de pinguïn parade.
Elke avond komen er honderden lilliputter-pinguins uit de zee, om naar hun nesten in de duinen te gaan. De pinguïns zijn 30-40 cm klein en ze uit de zee zien komen waggelen is een erg komisch gezicht. Ze verzamelen zich eerst in groepjes in de branding. Aangezien ze erg klein zijn wil er nog wel eens een golf komen die ze allemaal omver spoelt. Het is net bowlen… Als er dan genoeg bij elkaar zijn beginnen ze voorzichtig over het strand te lopen. Als er vervolgens een meeuw overvliegt worden ze bang, rennen ze terug en begint het weer van voren af aan. Tijdens het teruglopen naar de camper, horen we de pinguïns in de duinen schreeuwen en vechten. Ingmar en Ingrid zijn nog getuige van de wedstrijd Tyson-Hollifield. Veel geschreeuw en gebijt. Helaas mochten we geen foto’s maken om de pinguïns niet te laten schrikken en omdat er ander teveel geduwd en getrokken wordt door de bezoekers. We hebben wel een kaartje gekocht en de scan hiervan zal later nog in het fotoalbum geplaatst worden.
Na de pinguïns gaan we terug naar de camping. We eten wat en de volgende dag staat een reisdag van een uur of 6 naar de Great Ocean road te wachten.
[mappress mapid=”20″]