Helmonds theorie-examen

Onderstaande twee situaties kwam ik de afgelopen dagen tegen in Helmond:

Vraag 1. U staat bij de verkeerslichten voorgesorteerd op de rijbaan die rechtsaf slaat. Het licht is rood. U wilt linksaf. Wat doet u?

  • a) U slaat rechtsaf. Daar keert u en neemt alsnog de goede weg.
  • b) U geeft links richting aan. Zodra U ziet dat de verkeerslichten voor linksaf groen zijn begint u te rijden. U zorgt ervoor dat U dwars op de rijbanen voor rechtdoor komt te staan zodat niemand kan rijden als ook de verkeerslichten voor rechtdoor op groen springen.

Vraag 2. U nadert verkeerslichten die op rood staan. U wilt uw medepassagier uit laten stappen en de weg daarna rechtdoor vervolgen. Waar kunt u het beste stoppen?

  • a) Op een parkeerstrook aan de kant van de weg.
  • b) Op de linker baan voor rechtdoorgaand verkeer. Uw medepassagier moet maar opletten als hij/zij de deur open doet en twee banen over moet steken om veilig aan de kant van de weg te komen. U wilt namelijk rechtdoor en de linkerbaan is nu eenmaal sneller dan de rechterbaan.

Het zal jullie niet verbazen dat Helmonders in beide gevallen kiezen voor antwoord b.