Jaren geleden heb ik eens een kleine gedichtenbundel gekocht. Samengesteld door Robert-Henk Zuidinga. Het is een bundel met de kortste nederlandstalige gedichten en heet: “Hier ligt Poot. Hij is dood”.
Af en toe blader ik er eens doorheen en dan moet ik altijd weer lachen om de maffe gedichtjes die er in staan:
Van: Kees Stip
Op een zeemol
Een dove zeemol gaf te Grol
Een fluitrecital in C-moll.
Hij had er weliswaar te Sloten
zijn fluit te barsten op gefloten,
‘maar wat dan nog?’ zo riep hij uit;
‘Ik zie geen barst en hoor geen fluit!’
Of deze van Toon Hermans:
Paar
Zij heette Roos, hij heette Kees,
zij was geen vis en hij geen vlees,
hij trouwde haar, maar na een poos,
zei hij: ‘Ik heb zo’n last van roos.’
Ik zal af en toe wel een grappig gedichtje hier posten. Als je zelf ook leuke gedichtjes weet, laat ze maar weten in het commentaar.